Een aantal financiële ondernemingen – waaronder Achmea Bank (als rechtsopvolgster van Staalbankiers), ABN AMRO MeesPierson (als rechtsopvolgster van Fortis Meespierson) en ING – hebben zogeheten CHF-leningen aan consumenten verstrekt. Een CHF-lening is een (hypothecaire) lening luidend in Zwitserse franken, maar moet (in feite) worden terugbetaald in euro’s.
Voorafgaand aan het afsluiten van de CHF-leningen hebben de financiële ondernemingen met name het voordeel van een dergelijke lening aan de consumenten voorgehouden: de lagere rente. De aan de CHF-leningen verbonden nadelen werden echter niet, althans onvoldoende, met de consumenten besproken. Zo hebben de financiële ondernemingen onvoldoende toegelicht dat met het afsluiten van een CHF-lening de consumenten worden blootgesteld aan een opeenstapeling van risico’s, waaronder een (ongelimiteerd) valutarisico en een renterisico. Met het gevolg dat de consumenten een financieel product hebben afgesloten dat zij simpelweg niet begrepen; de werking en de daaraan verbonden risico’s konden zij niet overzien.
Inmiddels is duidelijk geworden dat het valutarisico zich heeft verwezenlijkt. De waarde van de Zwitserse frank is ten opzichte van de euro enorm gestegen. Met als gevolg dat de door de consument af te lossen bedragen vele malen groter zijn dan het origineel geleende bedrag. Stichting CZFL is in het leven geroepen om een collectieve actie te starten tegen de betrokken financiële ondernemingen om de benadeelde consumenten weer in de positie te brengen waarin zij zouden hebben verkeerd indien zij geen CHF-lening, maar een reguliere (hypothecaire) lening in euro’s hadden afgesloten. Oftewel: Stichting CZFL streeft ernaar om ervoor te zorgen dat de consumenten niet langer de veel hogere bedragen in Zwitserse franken dienen af te lossen, maar slecht het origineel geleende bedrag in euro’s.